Nederlandse Estafette Kampioenschappen
Auteur: Thijs van Valkengoed
Op zondag 28 september begon de eerste wedstrijd van het seizoen, namelijk de strijd om de Nederlandse Estafette Kampioenschappen. Voor Jolijn en mij was het een extra uitdaging, want we hadden sinds de Olympische Spelen bijna niet meer in het water gelegen. De wedstrijd vond plaats in Eindhoven en er was vanwege het tienbanenbad ruimte voor 40 ploegen. Bij de dames waren er 19 ploegen en bij de heren 20. Een drukte van jewelste dus.
De Nederlandse Estafettekampioenschappen bestaan uit 5 verschillende estafettes, namelijk 4x100 meter wisselslag, 4x100 meter rugslag, 4x100 meter schoolslag, 4x100 meter vlinderslag en 10x100 meter vrije slag. Jolijn is op alle afstanden de snelste dame van WVZ, dus startte ze op alle afstanden. Bij de heren van WVZ is de ploeg heel breed, dus ik had het geluk, dat ik één afstand gespaard werd. En dat was dit keer de 4x100 rug.
De wedstrijden gingen bij Jolijn en mij best lekker en onze tijden vielen reuze mee. Ook de rest van WVZ deed het erg goed. Bij de dames konden we helaas niet meedoen voor een podiumplaats. De ploeg werd zesde. Bij de heren was het erg spannend. De ploeg van AZ&PC bleek ten opzichte van vorig jaar flink versterkt en daarmee streden we om het brons. Helaas had AZ&PC aan het einde van de wedstrijd toch nog een kleine voorsprong over gehouden, ondanks dat we op de 10x100 meter vrije slag behoorlijk wat goed maakten.
De beste resultaten voor WVZ waren voor de dames de tweede plaats op de 4x100 school en de derde plaats voor de heren op de 10x100 vrij!
Dames: 4x100 wissel 6de, 4x100 rug 7de, 4x100 school 2de, 4x100 vlinder 6de en 10x100 vrij 5de.
Overall 6de.
Heren: 4x100 wissel 4de, 4x100 rug 4de, 4x100 school 5de, 4x100 vlinder 4de en 10x100 vrij 3de.
Overall 4de.
Overigens moet wel gezegd worden, dat er ten opzichte van vorig jaar veel veranderd is in de machtsverhoudingen. Sinds de komst van de RTC's, de regionale trainingscentra van de KNZB, zijn er veel goede zwemmers naar de daarbij behorende lokale verenigingen gegaan. Ook door de zweminstituten is dat in de loop der jaren al zo geworden. Hierdoor zijn die ploegen bijna niet meer te verslaan. Dit geldt zo langzamerhand ook voor de landelijke competitie.