Topbanner http://www.thijsvanvalkengoed.nl

Geschiedenis

NK staat voor Nederlandse (Nationale) Kampioenschappen, EK staat voor Europese Kampioenschappen, WK staat voor Wereldkampioenschappen, EJOD staat voor Europese Jeugd Olympische Dagen (nu Europees Jeugd Olympisch Festival) en kb staat voor korte baan.
Ga direct naar:
WK kb 2008 EK 2008 NK kb 2007
DOSC 2007 NK Sprint 2007 NK 2007
Februari 2007 Zomer 2006 NK Sprint 2006
NK 2006 April 2006 Januari 2006
NK kb 2005 EK kb 2005 WK 2005
NK 2005 NK kb 2004 EK kb 2004
September 2004 OS 2004 EK 2004
NK 2004 NK Winter 2003 EK kb 2003
US Open 2003 WK 2003 NK 2003
April 2003 NK kb 2002 EK korte baan 2002
EK 2002 NK 2002 September 2001 van start bij TZA
EJK 2001 NK 2001 Begin 2001
NK kb 2000 EJK 2000 NK 2000
Begin 2000 NK winter 1999 EJOD 1999
NK junioren 1999 Plaatsing EJOD 1999 NK kb junioren 1999
NK junioren 1998 NK kb junioren 1998 NK junioren 1997
NK kb junioren 1997 NK junioren 1996 NK kb junioren 1996
Speedo tijd 1994-1995 Het eerste begin

Zomer 2006

In de zomer 2006 zwom ik mee in de Open Britse Kampioenschappen. Dat was door mijn voorbereiding geen succes. Ik werd in mijn voorbereiding gehinderd door een hardnekkige schouderblessure en ziekte. Mijn tijden vielen enigszins tegen, maar waren wel verklaarbaar. Na de Open Britse Kampioenschappen had ik vakantie. Daarin sliep ik ruim 10 uur per nacht en was ik nog elke dag moe.
Een week voordat het nieuwe seizoen begon had ik een ‘evaluatiegesprek’ met Martin Truijens en Hans Elzerman. Mij werd meegedeeld dat ik bij de seizoensstart niet welkom was bij de groep van TZA. De reden daarvoor waren niet mijn prestaties, want ik zwom immers betere tijden dan andere zwemmers in de groep. De reden was dat ik in de ogen van de trainer niet de juiste keuzen voor topsport maakte en te veel voor mijn studie koos. Dit had ik overigens in januari duidelijk aangegeven, want het was mijn afstudeerjaar aan de Johan Cruyff University. Daarnaast had ik de trainer voorzien van een van dag tot dag gedetailleerd overzicht van mijn bezigheden. Toch betekende dit dat er geen plek meer voor mij was.
Voor mij was dit de druppel die de emmer deed overlopen. Ik was nog steeds erg moe en was in de afgelopen twee seizoenen ontelbare keren ziek geweest. Ik ging naar de huisarts. Zij verwees mij meteen door naar een sportarts. Zijn conclusie was duidelijk: overtraindheid (een sportieve burn-out) en waarschijnlijk al sinds de Olympische Spelen van 2004.
Met behulp van mijn ouders, sportfysiotherapeut Harry Gosselink, sportpsychologe Sandra van Essen en vele vrienden begon ik aan mijn herstel. Vanuit TZA (dit werd NZA, Nationaal Zweminstituut Amsterdam) was me wel hulp beloofd, maar daar vandaan kon die niet verwachten. Ik mocht niet zwemmen, maar wel fietsen en hardlopen op hele lage intensiteit. In het begin kwam er nog heel veel vermoeidheid uit, maar langzaam maar zeker ging het steeds iets beter.